Uilenmaand december 2022
Amper vier uur in de middag en voor je gevoel begint het alweer donker te worden en dat blijft nog wel even zo. Pas na de eerste week in het nieuwe jaar komt er elke dag weer iets bij. December, de maand voor jaarverslagen en overzichten. En het was me dit jaar wel weer wat. Alle weerrecords zijn verslagen. Geen winter, een kletsnat voorjaar, een tropische zomer en een te warme herfst met aan het eind een winters begin met een temperatuur van -11 °C, meteen een record. En dat alles had natuurlijk zijn invloed op alles wat groeit en bloeit. Dat gold zeker voor onze uilen.
Door Ben Nijeboer
Legsels kleiner
Aanvankelijk leek het voor onze steenuilen een uitstekend broedseizoen te worden. Bij de eerste kastcontrole hadden we maar liefst 147 broedpogingen. Dat wil zeggen dat er minimaal 1 ei werd gelegd en dat waren er meer dan voorgaande jaren. Maar de daaropvolgende 2e en 3e controles waren teleurstellend. Eerder bezette kasten waren leeg, de eieren verdwenen, legsels verlaten, gepredeerde jongen en/of broedvogels.
Ook waren de legsels kleiner. In voorgaande jaren waren er regelmatig legsels met 5 en 6 eieren, zelfs af en toe een legsel met 7 eieren. Met een enkel legsel met 5 eieren hield het dit jaar wel op. Ook lag het aantal niet uitgekomen eieren aanzienlijk hoger en was ook de sterfte onder de nestjongen hoger dan in andere jaren en ook de conditie was minder.
Laagste aantal tot nu toe
Van de 147 broedparen waren er uiteindelijk maar 71 paren succesvol, dat betekent dat er minimaal 1 jong is uitgevlogen. Het totaal aantal uitgevlogen jongen van deze 71 paren kwam op 212 vogels, oftewel 2,98 jong per succesvol broedpaar. Maar gaan we uit van het aantal jongen per succesvolle én mislukte broedsels van totaal 147, dan komen we slechts op 1,4 jongen per gestarte broedpoging. Dat is het laagste aantal tot nu toe.
Invloed op ons steenuilenbestand
De gemiddelde leeftijd van een steenuil is 3 jaar. Uitgaande van de 147 broedpogingen in het voorjaar betekend dat we 147 x 2 = 294 broedvogels hadden. Dat zouden er het volgend broedseizoen dus 98 minder zijn (1/3 van 294). Bij een stabiele populatie wordt dit tekort door het aantal overlevende jongen van het voorgaande broedseizoen opgevangen. Van de uitgevlogen 212 jongen weten we dat slechts 1 op de 4 uitgevlogen jongen, dus 25%, het volgende broedseizoen haalt. Dat zijn maar 53 vogels.
We hebben in 2023 theoretisch een tekort van 45 broedvogels: 98 slachtoffers minus 53 overlevende jongen. Dat staat gelijk aan 22,5 broedparen of wel 15 % van ons steenuilenbestand. We zijn dan ook erg benieuwd hoe dit het aankomend broedseizoen uitpakt. Bij steenuilen en bij diverse andere soorten vogels is het rouwen en trouwen op dezelfde dag. In elke vogelpopulatie is er een aandeel dat niet tot broeden komt. De oorzaak daarvan is divers: geen broedgelegenheid, geen territorium of geen partner. Ook zijn er vogels die een gunstig moment afwachten om alsnog tot broeden te komen. We hebben meerdere keren kunnen constateren dat de resten van een vers gepredeerd vrouwtje nog achter in de kast lagen en voorin alweer een ander vrouwtje op eieren zat. Hoe dan ook: het was een slecht uilenjaar. De oorzaak moeten we toch wel in voedseltekorten zoeken.
Prooien
Steenuilen hebben een uitgebreide prooilijst en kunnen makkelijk op andere prooien overstappen maar muizen vormen toch wel het hoofdbestanddeel en die waren dit jaar maar sporadisch te vinden. De andere uilensoorten in onze kasten verging het nog slechter: maar 1 succesvol bosuilbroedsel en de meeste kerkuilen kwamen niet eens tot broeden.
Terugmeldingen
Terugmeldingen waren er wel maar de gegevens zijn nog niet binnen. Deze zijn van geringde vogels die bij het schoonmaken van de kasten werden aangetroffen.